Cultuur Gent

De cultuurdienst van de Stad Gent
banner

April

Westerbegraafplaats

Sommige mensen begrijpen niet hoe je enthousiast kunt zijn over een kerkhof. Maar Nola, onze Spaanse blafster, had geen half woord uitleg nodig om even wild te zijn over de Westerbegraafplaats als wijzelf. Zodra ze er haar eerste poot binnenstapte, was het liefde op het eerste gesnuffel. De Westerbegraafplaats had alles: stukjes ongerepte natuur, zwerfkatten, allerhande vogels, rust en andere honden. 

Nola is telkens even verwonderd als wijzelf, als je dicht bij middernacht toch nog onverwachts de Westerbegraafplaats binnenkomt. Ook nu, ’s avonds laat, vormt Nola weer een vrolijk en jong tegengewicht voor de stijlvolle graven en de lange geschiedenis van onze favoriete plek. Het is het allerbeste moment om hier langs te komen. 

Het begin van deze nacht koelt nog af van de warme dag, er drijven nog zomerslierten in de lucht, je voelt ze als je erdoor stapt. Nola en ik stappen door de geschiedenis van Gent: eerst het standbeeld voor de slachtoffers van de neergestorte zeppelin uit de eerste wereldoorlog. Dan gaan we links langs de graven van diezelfde oorlog. Polen, Italianen, Russen, Engelsen en Canadezen, iedereen en alles ligt er samen, in kleine regimentjes die met of tegen mekaar vochten. Dan maken we een respectvolle lus rond de oude burgerij van Gent. Nola groet de bronzen hond bij het graf van Beernaerts, een magnifieke windhond van de hand van Domien Ingels. Elke keer snuffelt ze aan zijn neus, en schrikt ze hoe koud het groenige reukorgaan is. Daarna gaan we link srond, langs de Belgische oudstrijders, en langs het droevigste grafzerkje van het kerkhof. Op een houten kruis staat ‘Johanneke’ geschreven, zonder verdere uitleg, zodat je verbeelding er nog van alles vreselijks aan toevoegt. Nu stappen we de middengang in, we wandelen door de dreef van majestueuze bomen. Bij elke boom vliegen vannacht verschrikt vogels op, ze fladderen verongelijkt omhoog, om direct daarna weer te landen. We stappen plechtig door het vogelgetij, Nola met de oren neer, en de ogen nieuwsgierig omhoog. 

En daar, op het einde, aan de rechterkant, ligt het meest indrukwekkende graf van de laatste weken. Sinds de begrafenis ligt het steeds beladen met prachtige, witte dramatische bloemen. Brandende kaarsjes waken. Is het iemand uit de Roma-gemeenschap? Zij verwennen hun gestorvenen. Een paar weken terug zagen we nog een begrafenis, Nola en ik. De meest ontroerende muziek werd live gespeeld bij het graf, terwijl de ene na de andere omstaander flauwviel, en opgevangen werd. 

En dan legt Nola een pootje op het verlichte graf, het is één van die zaken die me kunnen doen lachen en droef zijn tegelijkertijd, die mengelingen zijn de lekkerste gevoelens, zoals garam masala ook vanalles door mekaar is. Vervuld van het mysterie van de nacht, en netjes voor de avondklok ingaat, stappen we het kerkhof buiten, richting thuis. Vanuit de Westerbegraafplaats horen we rare geluiden. Het moeten de geesten zijn die hun knoken strekken.