Cultuur Gent

De cultuurdienst van de Stad Gent
Februari

Febru­a­ri

EINDHALTE: VACCINATIE

Waar moest ik vandaag met mijn nieuwe hondje Nola heen, bedacht ik? Welk deel van de rijke geschiedenis van Gent en aanhangsels kon ik haar vandaag voorstellen? 

Mijn toegenomen somberheid van de laatste weken wees de weg. Ik moest Nola de plaats laten zien die voor de onmiddellijke toekomst van Gent het belangrijkste was! De komende maanden trekken we allemaal naar Flanders Expo om daar een spuitje tegen het terneerdrukkende c-woord in onze bovenarm te laten ploefen. Ik kon samen met Nola misschien al een voorschotje nemen op dat geluk. 

Tram 1 bracht Nola en mij slingerend van noord naar zuid. De ganse rit zat ik nog in een pessimistische corona-waas. Bij de Rabottorentjes kon ik alleen maar denken aan de teloorgang van de Lieve, waarlangs honderden jaren geleden de rijkdom Gent binnen- en buitenvoer. Bij het Gravensteen leek ik de folteringen en heksenverbrandingen opnieuw te beleven. Op de Korenmarkt treurde ik om het failliete Damberd, in de Veldstraat om de mislukte solden. 

Het is maar in de Nederkouter, bij het IVG, dat ik opklaarde bij de herinnering aan vanochtend. 

Toen nam ik daar een mens vast die niet tot mijn gezin en bubbel behoort. Hij heette Freddy, hij stond aan school, hij had een helpende hand nodig om nog tot aan de Spar te geraken. Freddy sprak mij aan met hees gefluisterde argumenten, hij was niet jong meer, hij leunde op een stok, hij was van Evergem afkomstig, allemaal moeilijke dingen in een mensenleven. Voor ik het goed en wel doorhad, leunde Freddy op mijn arm, en was ik zijn tweede wandelstok. We schuifelden samen richting Spar, aan een snelheid waarmee we niet bepaald dreigden uit de bocht te vliegen. Hij zou me rijkelijk belonen, beloofde hij. Was het bibbergeld dat hij aanbood? Liepen we besmettingsgevaar, Freddy en ik? We droegen allebei ons mondmasker, ik had op school mijn handen net ontsmet, en ik kon bij terugkeer nog eens ontsmetten. 

Freddy vertelde al schuifelend vier, vijf levensverhalen door mekaar, en ze spraken mekaar stuk voor stuk tegen. Of lag het aan het luide ochtendverkeer, zijn stille stem, mijn gehoor dat moeite heeft met veel geluiden door mekaar? ‘De lichten in de Spar zijn aan,’ fluisterde hij. ‘Dat hebben ze speciaal voor u gedaan,’ lachte hij naar mij, een uitspraak die complimenteus aanvoelde, hoewel ze misschien eerder tot Freddy’s vaste flirtarsenaal behoorde? In de Spar nam een winkelkar mijn functie over, en we namen afscheid. Freddy tastte nog in zijn winkelzak, grabbelend naar de rijkelijke beloning die hij me beloofd had. Maar de gedachte nog eens iemand echt te hebben kunnen helpen met een echt contact dat ook echt wel noodzakelijk was, was me meer dan genoeg beloning. Pas bij het opnieuw ontsmetten van mijn handen bedacht ik dat ik toch mijn persoonlijke gegevens had kunnen overhandigen, in verband met een eventueel testament.

De rest van de tramrit dacht ik terug aan die ochtend, en was ik blij dat ook Freddy binnenkort  voorbijgangers weer zonder zorgen een extra hand zou kunnen vragen. 

Het was goed dat Nola en ik de route naar Flanders Expo al eens deden, dacht ik, aangezien ik overal verdwaal. Je zult maar net zien dat ik de enige niet gevaccineerde Gentenaar word, omdat ik Hal 2 niet vond! Ter hoogte van Maria Middelares was ik al bijna vrolijk, ik dacht er terug aan de geboorte van mijn oudste zoon, en niet aan de periode dat mijn vrouw hier kwam voor een zware kankerbehandeling. En bij Flanders Expo stapte ik tot mijn eigen verwondering fluitend uit. Nola keek me verwonderd aan. Wat viel er hier voor haar te rapen, bij dit betonnen feestpaleis? Wat schamel en verzopen gras, een boom of zes, en dat was het! Verder was alles wat er stond, groot, lelijk, vaal of net in harde, primaire kleuren geschilderd, niks groen, niks natuur. 

Ik legde Nola geduldig uit dat de grond waarop we stonden, altijd voor vooruitgang had gestaan. Had paus Johannes Paulus hier geen openluchtmis gehouden, in 1985, toen ik misdienaar was, en we tot mijn afgrijzen in Zwitserland op vakantie waren? Was Flanders Expo nadien niet de thuisbasis geworden voor Flanders Technology International? Dat was een beurs waarop mens en robot de beste vrienden werden. Tezelfdertijd profileerde Vlaanderen zich als ontzettend lokaal en geweldig internationaal, en nog wel in het Engels ook. Het was, kortom, een mokerslag voor het binaire denken. En wist Nola dan niet dat hier heel vroeger een vliegveld was geweest? De wereldvermaarde luchtacrobaat Adolphe Pégoud had hier met adembenemende luchtstunten nog de wereldtentoonstelling van 1913 afgesloten! 

Nola keek bewonderend, en bovendien bevorderden de succesverhalen haar spijsvertering. Terwijl ik haar warme uitwerpselen opruimde, dacht ik dat het beter was om haar niet lastig te vallen met het zware oorlogsverleden van het vliegveld. Hoe verlekkerd de Duitsers zowel in de eerste als in de tweede wereldoorlog op het veld waren geweest, en met welke doodsverachting de Duitse Luftwaffe het terrein had aangevallen in 1945, toen het door de Royal Air Force was overgenomen. Niet gehinderd door het gewicht van de geschiedenis huppelde Nola vrolijk recht op Hal 2 af.  Ze trok mij vooruit, ik wisselde af tussen linker- en rechterarm, zodat ze beiden in dezelfde mate uitgerokken zouden worden. Ik was blij dat ik vanaf nu een oriëntatievermogen had, zij het dan aan een leiband. Op de betonnen vlakte voor Hal 2 stond een jeep, met de deuren open, kisten vol werkmateriaal stonden ernaast. Hier heerste bedrijvigheid! Ik keek rond, en zag een grote toiletwagen, waarop drie mannen gemondmaskerd vloekten op een deur die moeilijk deed. Met man en macht en drie viseuses probeerden ze het onding op zijn plaats te dwingen. Gelukkig waren er nog twee weken! Ik voelde een diepe geruststelling over mij komen. Niet alleen zouden we ons hier binnenkort en masse kunnen laten vaccineren. Maar we zouden zelfs naar het toilet kunnen tijdens het gretige aanschuiven. Ik dacht al na hoe lang Freddy en ik erover zouden doen, te voet van aan het IVG tot aan Flanders Expo? Ik besloot toch te proberen om Freddy te overtuigen om de tram te nemen. Voor de gelegenheid zou het stemmetje op de tram moeten zeggen: “Eindhalte: Vaccinatie.”